zaterdag 10 maart 2012

Caparis, the true story (2)


Kunt u zich nog de Exota-affaire van begin jaren 70 herinneren? Door Marcel van Dam werd het merk door suggestieve montages in een reportage zo zwart gemaakt dat de verkopen desastreus kelderden. Later bleken de beweringen van Van Dam over exploderende limonadeflessen van Exota niet juist en een slepende juridische procedure was een feit. De frisdrankfabrikant kreeg uiteindelijk gelijk, maar het leed was al geschied. Het imago van Exota was blijvend geschonden.

Aan voornoemde kwestie moet ik regelmatig denken als het om Caparis gaat. Het is mij niet duidelijk waarom het bedrijf zo vaak in de media en in sommige gemeenteraden onder vuur ligt. Het is logisch dat bestuurders en gemeenteraadsleden een bedrijf kritisch volgen, zeker als er veel geld in omgaat en tekorten door aandeelhoudende gemeenten moeten worden aangevuld. Er lijkt echter meer aan de hand. Uit de cijfers, die voor iedereen beschikbaar zijn, blijkt dat het verlies van het bedrijf niet kan worden verklaard door een slechte bedrijfsvoering, maar door zeer ingrijpende subsidiekortingen van het rijk. Deze subsidieafbouw is noch door de gemeenten, noch door Caparis te beïnvloeden. Het transitieplan 2008-2012 wordt dit jaar afgerond en heeft over de looptijd een beter resultaat laten zien dan de verwachtingen. Hoe kan het dan toch dat Caparis als een bodemloze put wordt beschouwd? Wordt er wel met de vinger in de juiste richting gewezen?

Klaarblijkelijk was de informatievoorziening niet toereikend of deze werd niet gekwalificeerd als afkomstig uit onverdachte bron. Daarom werd een onafhankelijk onderzoek naar de bedrijfsvoering gewenst door sommige raden. Een rekenkameronderzoek vanuit één gemeente werd voorgesteld, maar dat bleek ondanks de toegezegde medewerking van Caparis, juridisch niet mogelijk, zodat de aandeelhouders dit moesten afwijzen. Omdat de colleges vaststelden dat de behoefte naar een onderzoek zeer groot bleek, werd besloten een onafhankelijk bureau (PWC) opdracht te geven om de bedrijfsvoering door te lichten. De belangrijkste vragen werden geïnventariseerd en het resultaat van het onderzoek leerde dat er wel enkele verbeterpunten waren, maar dat er geen aanleiding was om twijfels te hebben bij het functioneren van de directie en/of de Raad van Commissarissen. Het bedrijf werd en wordt goed geleid. Verschillen bij benchmarking konden worden verklaard en eind goed, al goed zou je zeggen.

Er kon echter nog geen punt worden gezet achter het verleden. Er bleven nog vragen open, die door raadsfracties of individuele raadsleden werden gesteld. Een behoorlijk aantal en inmiddels zijn vrijwel alle vragen beantwoord. Bijvoorbeeld over de bezoldiging van de algemeen directeur, waarbij bleek dat de managementfee inclusief sociale lasten en andere kosten, vaak werd gezien als het salaris. Dat laatste ligt uiteraard beduidend lager en al is er sprake van een goed inkomen, exorbitant is het absoluut niet en het is volledig marktconform, wat van sommige salarissen van directeuren van woningbouwverenigingen niet altijd gezegd kan worden. De ongenuanceerde berichten over zijn inkomsten hebben zelfs bijna geleid tot fysieke bedreiging van de directeur. Ook kwam een bericht over mogelijke belangenverstrengeling bij de plaatsing van een fietsenhok in de krant. Weliswaar moest dit onjuiste bericht weer worden gerectificeerd, maar dit is toch weer slechte publiciteit, waarbij je je moet afvragen of iedereen de rectificatie wel leest.

Wat minstens zo belangrijk is als de directie die onder vuur ligt is wat alle berichtgeving met het personeel doet. Elk negatief bericht over hun bedrijf heeft impact en leidt soms zelfs tot een hoger ziekteverzuim. Het personeel heeft het al moeilijk genoeg met alle bezuinigingen die door de directie worden opgelegd. De directie wordt op haar beurt weer door de Raad van Commissarissen en de aandeelhoudende gemeenten onder druk gezet om zo efficiënt mogelijk te werken en te snijden waar dat mogelijk is. Het wordt zo wel een lastige opgave om het woord "sociaal" nog voldoende invulling te geven bij deze bedrijfstak.

Alle SW-bedrijven hebben het momenteel moeilijk door de ingrepen van de rijksoverheid. Sommige collegabedrijven lijken het beter te doen, maar bij een nadere analyse van de cijfers blijkt dat dit vaak te maken heeft met een andere boekhoudmethodiek. Er komen veranderingen aan en er zal hard gewerkt moeten gaan worden aan een herstructurering. Daarbij willen sommige gemeenteraden een andere governancestructuur. Dit is niet zaligmakend en ik durf te beweren dat indien de afgelopen jaren sprake zou zijn geweest van een andere structuur, de resultaten er zeker niet anders uitgezien zouden hebben. Daarnaast ken ik geen Gemeenschappelijke Regeling waar gemeenteraden zo bovenop de materie zitten. Wethouders realiseren zich dat de aandacht bij raadsleden voor Caparis erg groot is en laten zich zeer nadrukkelijk leiden door wat er in de gemeenteraden leeft. Een wethouder die zich daaraan niet stoort, gaat voor politieke suïcide.

Ondanks alle negatieve publiciteit van de afgelopen jaren, die hopelijk na alle beantwoorde vragen en onderzoeken, zal worden omgebogen tot een positief kritische benadering, krijgt Caparis steeds meer werk. Zowel gemeenten als bedrijven weten het SW-bedrijf steeds beter te vinden voor diverse werkzaamheden. Ook realiseren gemeenteraden zich steeds meer dat Caparis ook hun bedrijf is en dat zij een grote verantwoordelijkheid hebben richting het personeel. Negativiteit van aandeelhouders schaadt een bedrijf en het is goed om te zien dat de grote informatiestroom van de afgelopen periode recent heeft geleid tot meer genuanceerde reacties in de meeste raden. De wethouders hebben de belangrijke taak om transparant te zijn en de raadsleden van alle benodigde informatie te voorzien. Daar heeft het in het verleden soms wel aan geschort en wellicht is dat de reden van het imagoprobleem bij Caparis.

Exota heeft het niet gered dank zij verkeerde berichtgeving. Dat mag Caparis niet overkomen en dat zal niet gebeuren als wij de emoties en mogelijke vooroordelen opzij zetten en met een open mind naar de feiten kijken. Caparis is een bedrijf wat kritisch mag worden gevolgd, maar waar wij ook trots op mogen zijn!

1 opmerking:

  1. Een voorbeeld voor vele anderen. Kleine gemeenten brengen soms grote bestuurders voort.

    BeantwoordenVerwijderen