donderdag 23 juni 2011

Kanaalverhaal voor kinderen


Er was eens een gestreept waterroofkevertje dat door zijn vriendjes PHK werd genoemd. Dat kwam omdat zijn echte naam zo lang was. Hij heette eigenlijk Peter Henk Kever en daarom was het logisch dat het PHK werd. Hij woonde met zijn familie in een leuk kanaal in de buurt van het dorpje Veenbeets. Zijn vrienden waren andere kevers, maar zijn beste vriend was de Grote Modderkruiper Harm, die hij echt als zijn grootste vriend beschouwde, want die was wel 100 keer groter dan PHK. Het was goed leven in het kanaal, want er waren geen dieren waar zij bang voor moesten zijn. Er was een gerucht dat waterspitsmuis Gerard ooit zou kunnen opduiken, maar tot nu toe hadden zij hem nog nooit gezien.

PHK groeide op en was gelukkig totdat er op een dag iets ging kriebelen. Het was geen watervlo maar iets anders. Hij wilde wel eens wat meer van de wereld zien. Er is toch wel meer te beleven dan dit kanaal zei hij op een dag tegen Harm. Gezamenlijk zwommen zij naar het noorden totdat zij niet meer verder konden. "Wat raar" zei PHK, "kanalen lopen toch niet dood?" Harm dacht na "meestal niet, dus laten wij naar het zuiden zwemmen" zei hij. Ook daar bleken zij niet verder te kunnen. "Nu snap ik waarom vader niet wilde emigreren" zei PHK. "Wij kunnen geen kant uit! Wij zitten hier opgesloten!" Harm wilde wel weer terug naar huis. "Modder genoeg hier om te kruipen" zei hij. Maar PHK bleek ondernemender. "Ik wil de wijde wereld zien" zei hij vastbesloten. "Daarnaast wil ik niet met een nichtje trouwen. Door al die inteelt zien zij er gewoon niet uit. Zij hebben geen rechte streep meer op hun schild".

Tja, wat nu. De papa van PHK, die wel begreep dat zijn zoon niet te houden was, wist raad. Hij stuurde een brief naar de gemeente met de vraag om het kanaal te laten openen en waarschuwde meteen zijn zoon: "jongen houd er rekening mee dat je nu nog langer vrijgezel zult zijn dan George Clooney, ook al zie je er aantrekkelijker uit en ruikt je adem niet naar koffie". "Geeft niks" zei PHK, ik ga ervoor en ga op mijn strepen staan, "gelukkig ben ik geen eendagsvlieg". Zo gezegd, zo gedaan. De brief werd gepost en het ongelofelijke gebeurde! Een graafmachine kwam en PHK kon haast niet wachten tot hij naar minder stille wateren kon zwemmen. Helaas was de vreugde van korte duur... De machines stopten en heel lang gebeurde er niets. PHK was teleurgesteld en geloofde er bijna niet meer in dat hij ooit nog iets van de wereld zou zien en een knappe bruid kon huwen.

Op een goede dag kwam er een nieuwsbrief. "Hoera", riep PHK blij. "Het gaat door! Zij maken voor ons een speciaal gebied waar wij eerst naartoe kunnen zwemmen en als wij dat gedaan hebben gaat het kanaal open. Wat bijzonder dat ze dat allemaal voor ons doen zeg, volgens mij hebben wij een streepje voor". "Dan heb je wel een baard voordat je het kanaal uit kunt zwemmen" zei de vader van PHK. "Maakt niet uit" zei de dolgelukkige kever, "als ik maar een leuke partner vind met wie ik voor kleine kevertjes kan zorgen, want dat schijnt volgens de brief te moeten, wil ik best wel wachten".

Hoe liep het af? PHK moest nog even geduld hebben, maar uiteindelijk kwam het toch goed. Toen het speciale gebied klaar was, zwom PHK er als eerste naartoe, waarna zijn vriendjes en vriendinnetjes, allemaal familie, volgden. Een wat lelijk nichtje werd op een dag met een schepnetje uit het water gehaald en kort daarna kon PHK eindelijk via een sluis de wijde wereld intrekken. Hij vond een prachtig en lief gestreept waterroofkevermeisje met wie hij heel veel kleine rovertjes kreeg. Als zij naast elkaar in bed lagen keken PHK en zijn vrouw vertederd naar de streepjescode die hun slapende kindertjes vormden. Om er een streep onder te zetten: zij leefden nog lang en heel gelukkig.

woensdag 4 mei 2011

Dodenherdenking 2011 Gorredijk


Thema: “Vrijheid op straat”

Het is aardedonker in Gorredijk in de nacht van zaterdag 14 april 1945. De Canadezen komen steeds dichterbij en de gevechtsgroep van de Binnenlandse Strijdkrachten heeft gehoord dat de bevrijders rond middernacht Gorredijk zullen binnentrekken. De gevechtsgroep heeft zich nabij de Hoofdbrug geposteerd om te voorkomen dat de terugtrekkende Duitsers deze brug opblazen om de opmars van de bevrijders te vertragen.

Rond drie uur naderen vanuit de richting Heerenveen militairen. Zijn het vrienden of vijanden? Het blijken Duitsers te zijn, die de brug van springladingen gaan voorzien. De gevechtsgroep gooit handgranaten naar de Duitsers en er ontstaat in de nacht een vuurgevecht waarbij zowel een aantal Duitsers als één van de leden van de gevechtsgroep, de Gordykster Gerke Numan, sneuvelt.

De volgende dag rijden de Canadezen Gorredijk binnen en de bevrijding is een feit.

Gerke Numan, waarnaar de Hoofdbrug in 1948 is genoemd, is één van de velen die zijn leven heeft gegeven voor de vrijheid. Wij herdenken vandaag allen die in de Tweede Wereldoorlog gesneuveld zijn, de verzetsstrijders, de soldaten, waaronder de bemanning van een Amerikaans toestel, begraven hier op het kerkhof, de burgers die omkwamen door oorlogshandelingen of door executies en de omgekomen vervolgden, zoals zigeuners en Joden.

Voor iedereen, maar zeker voor de Joden was er geen vrijheid op straat. Op veel plaatsen zoals bijvoorbeeld op bankjes in het park stonden bordjes met: “voor Joden verboden”. Gorredijk kent een rijk Joods verleden en er was een synagoge en een Joodse school. Vanaf september 1942 werden de toen nog aanwezige Joden uit Gorredijk gedeporteerd. Slechts een enkeling is teruggekomen. Sinds kort kunt u in het Museum Opsterlân de film Esther zien, die het verhaal vertelt van de 18-jarige Esther Colthof uit Gorredijk, die met vele anderen de dood vond in Auschwitz. In totaal werden tijdens de oorlog zes miljoen Joden omgebracht. De Joden waren vogelvrij en dat gold voor iedereen, die zich tegen de bezetting of tegen de regels van de vijand, verzette, zoals mannen die weigerden voor de Duitsers te werken.

Tijdens de oorlogsjaren hadden de mensen te maken met wegblokkades, razzia’s, spontane controles en een avondklok. Er was geen vrijheid op straat. Niet in het vrij bewegen en niet in wat je kon doen of zeggen. Dat wij nu al meer dan 65 jaar gezegend zijn met de vrijheid zoals wij deze nu kennen, hebben wij te danken aan hen, die in de strijd hun leven toen voor ons hebben gegeven.

Zij accepteerden niet dat mensen om hun geloof of ras vervolgd werden, zij accepteerden niet dat er een bezetter was, die de ene mens boven de andere stelde. Zij accepteerden niet de onvrijheid op straat. Zij accepteerden niet de onderdrukking.

Alhoewel wij in Nederland sinds de Tweede Wereldoorlog in vrijheid leven is dat op heel veel plekken niet het geval. Wij hoeven maar te denken aan de straten van steden in Jemen, Libië of Syrië, waar burgers voor hun vrijheid vechten. Ook waar niet meteen wordt gevochten is niet altijd sprake van vrij over straat kunnen. In veel landen mag je niet zeggen wat je wilt en is er nog sprake van een avondklok of andere beperkingen. Op heel veel plekken in de wereld vinden wij mensen, die nog altijd strijden, zij zetten zich in voor vrijheid, want die ligt niet zomaar op straat.

Elk jaar staan wij op 4 mei stil bij de gevallenen. Wij denken daarbij aan de meer dan 50 miljoen slachtoffers die wereldwijd omgekomen zijn tijdens de Tweede Wereldoorlog, burgers en militairen. Zonder hen zouden wij op 5 mei niet kunnen stilstaan bij vrijheid. Ook herdenken wij diegenen die na 1945 in andere militaire conflicten en bij vredesoperaties zijn omgekomen. Zij allen hebben, ook voor ons, een hoge prijs betaald. Dat zullen wij en mogen wij nooit vergeten.

Ter afsluiting wil ik u graag het bekende gedicht “De achttien doden” voorlezen van Jan Campert. Deze journalist, schrijver en dichter is in 1943 omgekomen in een Duits concentratiekamp, waarin hij terecht was gekomen omdat hij Joden hielp ontsnappen naar het buitenland.

Een cel is maar twee meter lang
en nauw twee meter breed,
wel kleiner nog is het stuk grond,
dat ik nu nog niet weet,
maar waar ik naamloos rusten zal,
mijn makkers bovendien,
wij waren achttien in getal,
geen zal de avond zien.

O lieflijkheid van licht en land,
van Hollands vrije kust,
eens door de vijand overmand
had ik geen uur meer rust.
Wat kan een man oprecht en trouw,
nog doen in zulk een tijd?
Hij kust zijn kind, hij kust zijn vrouw
en strijd den ijlden strijd.

Ik wist de taak die ik begon,
een taak van moeite zwaar,
maar ‘t hart dat het niet laten kon
schuwt nimmer het gevaar;
het weet hoe eenmaal in dit land
de vrijheid werd geëerd,
voordat de vloekbre schennershand
het anders heeft begeerd.

Voordat die eeden breekt en bralt
het miss’lijk stuk bestond
en Holland’s landen binnenvalt
en brandschat zijnen grond;
voordat die aanspraak maakt op eer
en zulk Germaans gerief
ons volk dwong onder zijn beheer
en plunderde als een dief.

De Rattenvanger van Berlijn
pijpt nu zijn melodie,
zoo waar als ik straks dood zal zijn,
de liefste niet meer zie
en niet meer breken zal het brood
en slapen mag met haar -
verwerp al wat hij biedt of bood
die sluwe vogelaar.

Gedenk die deze woorden leest
mijn makkers in den nood
en die hen nastaan ‘t allermeest
in hunnen rampspoed groot,
gelijk ook wij hebben gedacht
aan eigen land en volk -
er daagt een dag na elke nacht,
voorbij trekt iedre wolk.

Ik zie hoe ‘t eerste morgenlicht
door ‘t hooge venster draalt.
Mijn God, maak mij het sterven licht -
en zoo ik heb gefaald
gelijk een elk wel falen kan,
schenk mijn dan Uw genâ,
opdat ik heenga als een man
als ‘k voor de loopen sta.

vrijdag 8 april 2011

Caparis, the true story


Verwondering kan de aanleiding vormen om een stukje te schrijven, maar grote verbazing is in dit geval de reden. Al jaren heeft Sw-bedrijf Caparis het niet makkelijk om het hoofd boven water te houden en in 2008 is door de aandeelhoudende acht gemeenten 5 miljoen euro in het bedrijf gestopt om het negatieve eigen vermogen te elimineren. Enige reserves konden niet worden gevormd. Wel is een plan gemaakt om, uitgaande van de werkelijkheid op dat moment, het bedrijf toekomstbestendig en rendabel te maken. De directie heeft zich hiervoor ingezet en tot het derde kwartaal van 2010 leek de exploitatie tot een positief resultaat te gaan leiden, los van de begrote transitiekosten van 1,3 miljoen euro. Toen begon echter de omgeving te veranderen… Het rijk ging bezuinigen en bepaalde eenzijdig de hogere in Cao’s vastgelegde loonaanpassingen niet meer te compenseren. Vervolgens bleek dat door de economische crisis belangrijke opdrachtgevers zoals Staatsbosbeheer, de provincie, maar ook de aandeelhoudende gemeenten minder werk richting Caparis gingen brengen. De directie trok vroegtijdig aan de bel, maar de gemeenten bleken niet in staat om hun aandeel in de omzet te verhogen en het resultaat veranderde van winst in een verlies van bijna 3 ton. Nog een hele prestatie als je bedenkt dat alleen de door het rijk niet gecompenseerde loonkostenstijging al tot 7 ton minder opbrengsten voor Caparis leidde. Het lijkt mij op basis van het vorenstaande niet correct om het verlies van 2010 de directie aan te rekenen. In mijn optiek kan ik mij eerder voorstellen dat met de vinger naar de rijksoverheid wordt gewezen.

Hoe zit het nu met de gemeenten? Kunnen die niet meer werkzaamheden door Caparis laten uitvoeren? Het is toch eigenlijk je eigen bedrijf? Zeker kan er meer werk naar het Sw-bedrijf, maar dat is op de korte termijn niet zo eenvoudig. Enerzijds zitten de gemeenten soms aan lopende contracten vast en anderzijds moet Caparis voldoende capaciteit hebben om het werk uit te voeren. Beide partijen zullen goed met elkaar moeten afstemmen hoe de gemeenten het aandeel in de omzet, dat nu relatief laag ligt ten opzichte van het landelijk gemiddelde, kunnen vergroten. Er zijn geluiden dat sommige werkzaamheden door Caparis niet op het kwalitatief gewenste niveau worden uitgevoerd, maar dat moet dan worden aangekaart. Bij de gemeente Opsterland zijn werknemers van Caparis gedetacheerd. In het begin gaf dit wat problemen, die echter met de directie en het management zijn besproken en tot tevredenheid zijn opgelost. Wij zijn nu zeer content met de inzet en de kwaliteit van het geleverde werk en onderzoeken de mogelijkheden om nog meer uit te besteden ten behoeve van een kwetsbare groep werknemers, die ook recht heeft op een baan. Het is een goed signaal dat alle aandeelhoudende gemeenten Caparis als preferred supplier hebben aangewezen. Bij werkzaamheden waarbij de diverse partijen hun diensten aanbieden voor een gelijke prijs en kwaliteit gaat het werk naar ons Sw-bedrijf.

Dat de toekomst van de sociale werkvoorziening er beduidend anders uitziet dan nu, is wel duidelijk. De Sw-bedrijven zullen moeten worden omgevormd, maar daar moet men wel de financiële mogelijkheden voor krijgen. Daarnaast kan het niet zo zijn dat tot het moment van de omvorming de bezuinigingen van het rijk de Sw-bedrijven al voortijdig de nek omdraaien, waar de gemeenten dan de dupe van worden. Recent bezocht ik een bijeenkomst waar veel burgemeesters en wethouders aanwezig waren. Er was één onderwerp dat de aanwezigen in het bijzonder bezighield en dat was de korting op de Sw-sector. Sommige gemeenten dreigen hierdoor zelfs in financiële problemen te komen en kunnen te maken krijgen met een artikel 12 status. Het bleek dat men landelijk overal met dezelfde situatie en problemen te maken heeft; een groot aantal Sw-bedrijven die met verlies draaien en dit alleen maar groter zien worden. De situatie voor 2011 en 2012 ziet er niet goed uit omdat de rijksbijdrage weer wordt gekort, wat voor Caparis in 2011 alleen al tot 3 miljoen euro minder inkomsten leidt. Het is dus niet zo vreemd dat een sluitende begroting voor dit jaar niet te presenteren is. Voordat de aandeelhouders een begroting goedkeuren wordt deze besproken. In het concept is rekening gehouden met een lagere opbrengst vanuit de gemeenten ten opzichte van 2010. Dat heeft te maken met toezeggingen voor 2011 en het is niet logisch dat de gemeenten, die met elkaar afspreken om meer werk naar Caparis te brengen, naar verwachting een half miljoen minder gaan bijdragen aan de omzet. Wij zullen als aandeelhouders dus een inspanning moeten leveren om het tekort te verminderen, terwijl de directie zich ook zal inzetten om opnieuw ingrijpend te bezuinigen. Dat zal nog steeds geen winst opleveren, maar wel een beperking van het verlies. Het is niet mogelijk om de rigoureuze kortingen van het rijk volledig te elimineren.

De informatie over Caparis, waarop meningen worden gebaseerd, komt voor een belangrijk deel via de media. De laatste tijd komen er echter regelmatig berichten in de Leeuwarder Courant, die niet kloppen. Een voorbeeld is het bericht dat de directie van Caparis niet zou willen meewerken aan een onderzoek van de rekenkamer Smallingerland. Dat is onjuist; Caparis had hier geen bezwaar tegen, maar de aandeelhouders hebben hier zo hun bedenkingen bij, mede in verband met een eigen onderzoek dat binnenkort door een onafhankelijke partij wordt ingesteld. Het probleem met onjuiste berichtgeving is dat sommige politici zich baseren op de gegeven informatie en dus een standpunt innemen dat niet klopt, wat zeer begrijpelijk is. Zo wordt ten onrechte verondersteld dat Caparis niet aan een onderzoek wil meewerken. Op basis de berichtgeving zeggen een aantal politici zelfs hun vertrouwen in de directie op. Dit is al met al slecht voor het Sw-bedrijf, slecht voor de aandeelhouders, slecht voor de inwoners van de betrokken gemeenten en last but not least, slecht voor de werknemers van Caparis, die elke dag weer een negatief bericht over hun bedrijf in de krant lezen. Gaat alles dan perfect? Zijn of worden er geen verkeerde beslissingen genomen? Vast wel, waar gewerkt wordt worden ook fouten gemaakt, maar het is mijns inziens te kort door de bocht om een directie en/of een raad van commissarissen de laan uit te sturen of om hen te verwijten dat verlies wordt gemaakt. Wat ik vaststel is dat alle betrokken partijen bezig zijn om zich volop in te zetten om het Sw-bedrijf met een zo beperkt mogelijk verlies naar een nieuwe opzet te loodsen. Mocht iemand de behoefte voelen om zijn of haar energie te steken in de ondersteuning hiervan, dan zou het helpen om richting Den Haag aan te geven dat het rücksichtslos korten op de sociale werkvoorziening een zeer slecht idee is. Dit stukje begon met het uitspreken van mijn verbazing. Wellicht dat u deze nu begrijpt. Waarom wordt één Sw-bedrijf zo onder vuur genomen, terwijl het probleem landelijk is en er voor mij geen aanleiding is om ons bedrijf zo ongenadig op de korrel te nemen.

vrijdag 25 februari 2011

Als de PVV het voor het zeggen heeft.....



Soms heb je wel eens zin om echt iets met inhoud te lezen en dan kom je toch al snel terecht bij het verkiezingsprogramma van de PVV, dat de naam heeft: “De agenda van hoop en optimisme”. Wat een mooie aansprekende titel! Laten wij eens kijken welke vrolijke hoop ons wordt geboden.

Het voorwoord grijpt terug naar de tijd van de 80-jarige oorlog, waarin alles beter was. De Nederlanden stelden wat voor in de wereld en met heimwee denken wij aan deze goeie ouwe tijd terug. Er vielen weliswaar slachtoffers, maar dat was allemaal voor de goede zaak en de vrijheid. PVV’ers lopen niet weg voor hun verantwoordelijkheid, dus op naar Afghanistan om de bevolking te helpen daar…..toch?

Wij lezen verder; tienduizenden Nederlanders verlaten ons land, de democratie verkeert in een grote crisis, het land wordt geïslamiseerd, de criminaliteit tiert welig, wij worden overspoeld door buitenlandse gelukszoekers, de EU bepaalt alles, wij hebben een land in een staat van verval. Dan de climax; “de Partij voor de Vrijheid zet zich in voor de traditionele Joods-christelijke en humanistische waarden die van Nederland het succes hebben gemaakt dat het nu is”. Hier is sprake van een paradox, al kan ik het schijnbare niet goed duiden, maar daar is vast wel een verklaring voor ….toch?

Van groot belang is onze veiligheid. Meer politie op straat, strenger straffen, opvoedingskampen, geen TBS meer, geen taakstraffen opleggen, een soort zero tolerance beleid. Het lijkt veel op de Verenigde Staten, waar men vergelijkbare maatregelen kent. Daar is het heel effectief. Weinig criminaliteit, lege gevangenissen en geen recidive….toch?

Geen hoofddoekjes in de zorg, het onderwijs, het gemeentehuis of waar dan ook bij de
overheid, en evenmin bij welke gesubsidieerde organisatie dan ook, is één van de oplossingen voor het tegengaan van de Islamisering van ons land. En consequent als de PVV is, moet dit dan natuurlijk ook voor hoofdbedekkingen van andere godsdiensten gelden. Dus mocht in december St. Nicolaas zonder zijn mijter in de klas verschijnen dan is dat logisch….toch?

Over Sinterklaas gesproken; de met de PVV zal het elke dag 5 december zijn. Wij gaan minder belasting betalen, meer investeren in veiligheid, zorg en wegen, bezuinigen en dat allemaal op een gedegen financiële basis realiseren. Met het ontslaan van een bult ambtenaren, het verminderen van onze bijdrage aan de EU (daar hebben wij toch niets aan?), het afschaffen van subsidies (ook daar heeft een burger toch niets aan?) en het niet meer geven van ontwikkelingshulp, kunnen wij alles makkelijk betalen….toch?

Over ontwikkelingshulp gesproken. Zijn er nu echt mensen in de wereld die het nog slechter hebben dan wij? Wij betalen als Nederland nu veel te veel; beter kunnen wij alleen noodhulp geven, een mooie druppel op de gloeiende plaat. Wij willen geen barmhartige Samaritaan zijn, kom nou, dat was nota bene een buitenlander! Wij zetten ons nu eenmaal alleen in voor de traditionele Joods-christelijke waarden en daar heeft naastenliefde niets mee van doen….toch?

Met buitenlanders heeft de PVV niet zo veel, maar wel met dieren. Die zijn het waard om je voor in te zetten. Gezonde dierenliefde, zegt het programma. Wat daarmee wordt bedoeld staat erna; het gaat niet alleen om huisdieren, maar ook om onze primaire levensbehoefte: melk, kaas en vlees. De koe wordt dus gekoesterd, zodat wij een smakelijke biefstuk kunnen eten en om te voorkomen dat er beesten, al of niet met hoofddoek, uit het buitenland komen, worden animal cops ingeschakeld….toch?

Als Geert Wilders en de PVV aan de macht komen zullen wij terechtkomen in het paradijs op aarde. Dan kunnen wij ook afzien van de hemel, want om daar toegang te verkrijgen zal Jezus ons aangeven (Mattheus 25 vers 42-43) dat Hij honger had en wij Hem niet te eten gaven, Hij dorst had en wij Hem niet te drinken gaven, Hij een vreemdeling was en wij Hem niet hebben opgenomen, Hij naakt was en wij Hem niet kleedden, Hij ziek en in de gevangenis was, maar dat wij Hem niet bezochten. Jezus vervolgt in vers 45; “alles wat jullie voor één van deze onaanzienlijken niet gedaan hebben, hebben jullie ook voor Mij niet gedaan”. Maar ja, wie wil leven in eeuwigheid….toch?