Rond de verkiezingen komt het moment dat je als wethouder
extra wordt bepaald bij je toekomst. Vooral als je nog graag een periode door
zou willen, zoals in mijn geval. De eerste vraag die je kunt stellen is waarom
zou je verder willen? Weken van 55 tot 60 uur zijn geen uitzondering en vele
doordeweekse avonden ben je niet thuis. Waardering is er nauwelijks en kritiek des te
meer. Bijna wekelijks word je beoordeeld, dan door gemeenteraad, dan weer door
de pers, door ambtenaren, door de fractie en/of partijbestuur en last but not
least door inwoners. Als de laatste groep iets van je vindt is dat meestal heel
leerzaam maar soms ook best lastig. Vooral als je niet in de positie bent om
iets aan klachten of vermeend onrecht te doen. Bijvoorbeeld bij het project
snippergroen heb ik dat regelmatig aan de lijve ondervonden. Ontevreden burgers
veronderstellen dat je als wethouder met één pennenstreek een juridisch
onderbouwd ambtelijk besluit naast je neer kunt leggen. Zelfs leden van de
gemeenteraad dichten het college soms meer macht toe dan het heeft. Zeker met
de dualisering is de raad veel meer in positie gebracht. “Je ziet dat
wethouders het moeilijker hebben. Zij moeten op inhoud fractie en gemeenteraad
overtuigen. Is er twijfel dan vliegt de wethouder eruit”, zegt Douwe Jan
Elzinga, hoogleraar staatsrecht in Groningen en als voorzitter van de
verantwoordelijke staatscommissie grondlegger van het dualisme in het lokaal
bestuur.
Toen ik in 2010 door mijn partij werd gevraagd om
wethouder te worden heb ik wel even moeten nadenken. Ik had een hele goeie baan
waarin ik het prima naar mijn zin had. Kiezen voor een onzekere toekomst met
minder inkomen is best een grote stap. Als je nergens over struikelt mag je het
vier jaar proberen en als het mis gaat is er weliswaar wachtgeld maar ondanks
alle berichten hierover in de media blijkt dat toch beduidend minder riant dan
velen vaak denken. Vanuit mijn geloof weet ik dat God een plan heeft met ieders
leven en dus ook met het mijne. Bidden is dan de remedie en vragen of je leiding
mag ontvangen bij de keuze die je moet maken. Hij sprak door mensen heen en na
26 jaar zekerheid in vaste banen durfde ik de sprong in het diepe te wagen.
Daarbij vroeg ik Hem ook om mij te helpen met mijn twijfels; zou ik wel een
goede wethouder zijn? Ik heb geen spijt gehad van mijn keuze. Ik ben gezegend
met een zeer plezierig en collegiaal college, een kritische maar grotendeels reële
gemeenteraad, buitengewoon loyale ambtenaren en een prachtige gemeente om in te
werken.
Het werk is heel afwisselend, zeker met mijn portefeuille
waar onder andere financiën, duurzaamheid, cultuur, de gemeentelijke
organisatie en recreatie en toerisme deel van uitmaken. Ook mag ik actief zijn
in diverse besturen, een adviesraad, een raad van toezicht en enkele andere
organen waar ik als wethouder van Opsterland uit hoofde van die functie zitting
deel van mag uitmaken. Ook ben ik lid van een VNG commissie waardoor ik namens
alle gemeenten ook in Brussel actief mag zijn. In de loop der jaren bouw je een
prachtig netwerk op met daarin veel mensen die soms ook dichtbij je zijn komen
te staan. Wat werken er voor de publieke zaak toch veel gedreven en
enthousiaste bestuurders en ambtenaren! Het doet mij zeer als ik zoveel lees en
hoor over kritiek op politici die worden neergezet als zakkenvullers terwijl je
overigens in het bedrijfsleven vaak veel meer kunt verdienen. Zij gaan juist
niet voor het geld. Ambtenaren worden wel gediskwalificeerd als technocraten
terwijl ik in Brussel veel gedreven mensen ontmoet die echt begaan zijn met
bijvoorbeeld het milieu of immigranten.
De agenda voor het komende jaar is al aardig gevuld. De
vraag is alleen of je na de verkiezingen en de coalitievorming zelf naar de
bijeenkomsten mag of dat je opvolger dat zal gaan doen. In recente
vergaderingen met bestuurders hebben wij elkaar bij het afscheid aangegeven dat
wij nog niet weten of wij er de volgende vergadering ook weer bij zullen zijn.
Zo is het nu eenmaal maar het blijft raar. Het gevoel dat je na intensief
werken waarbij je naar een project of plan in de toekomst werkt, plotseling
alles in de steek moet laten is niet plezierig. Als je echter gelooft zou het
niet moeilijk moeten zijn. Het is zo voorbestemd en uiteraard is niemand
onmisbaar. Ik merk echter dat ik nog moet groeien in mijn geloof en dat het
Bijbelse “geen zorgen voor de dag van morgen” de ene dag dichterbij is en de
andere dag wat verder van mij afstaat. Ook al moet ik dus meer vertrouwen
hebben op het goede dat Hij voor mij in petto heeft, ik vraag u als lezer toch
maar op woensdag 21 maart op mij (of uiteraard op één van de andere
Opsterlandse ChristenUniekandidaten) te stemmen...
Geen opmerkingen:
Een reactie posten